Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd. Alle ingesprongen tekst in het voorwoord komt uit De tekenen der tijden.


Leven in Gods Liefde


door Willem Glashouwer


Voorwoord

   ‘In dankbaarheid voor wat in tien jaren is gedaan en de blik vol vertrouwen gericht op de toekomst, stel ik deze manifestatie in werking.’
   Met deze woorden opende koningin Juliana op 18 mei 1955 de tentoonstelling E55. Het centrale thema was ‘De wederopbouw van de verwoeste stad en de wil om de moeilijkheden te overwinnen’. E55 staat voor Nationale Energie Manifestatie 1955.
   Energie in de zin van levensdrift, de wilskracht en werklust om het land na de oorlog en de watersnood te herbouwen. Veel bedrijven gebruikten de manifestatie om nieuwe producten en innovaties aan het grote publiek te tonen: televisie, ruimtevaart en delfstoffenwinning. Achteraf leek de manifestatie in zijn vormgeving en thematiek ook het thema kernenergie te introduceren, dat ook op de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958 met het Atomium leidend was.1
   Dit naoorlogse optimisme is inmiddels als sneeuw voor de zon verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor het besef dat een maakbare nieuwe wereld van vrede en gerechtigheid in naam van de mens een utopie is. Angst voor de toekomst heeft veel mensen in de greep gekregen.
   Als vier kinderen Glashouwer mochten we met onze ouders vanuit Vlaardingen naar deze manifestatie. Wat een feest! Met de bus en de tram (op zich al een feest!). En het hoogtepunt van de dag: bij terugkeer zouden we erwtensoep met worst eten, en daarbij roggebrood met spek! Moeder had de pan alvast op een laag gaspitje aangezet: een snelkookpan! Het toppunt van nieuw kookvernuft! Echter, toen we vertrokken, vergat ze het lage gaspitje uit te draaien … Het resultaat laat zich wel raden. Toen we thuiskwamen, zat het spek tegen het plafond van de keuken. Het had zich door het veiligheidsventiel geperst dat het begeven had toen de druk inwendig te hoog werd. En alle ‘snert’ was op alle muren terug te vinden … Als de druk in de wereld te hoog wordt, begeven de ‘veiligheidskleppen’ het. Ruim zestig jaar later (2017) schreef ik in mijn boek De tekenen der tijden over de dingen die de planeet Aarde te wachten staan2:


‘Angstaanjagende aard- en zeebevingen die veel dodelijke slachtoffers eisen. Allerlei massavernietigingswapens - de zogenaamde ABC-wapens: Atomaire, Biologische en Chemische wapens - worden ook door kleinere landen ontwikkeld en in stelling gebracht. Terroristische groepen proberen ze in handen te krijgen. De radicale islam rukt wereldwijd op. In Europa neemt het geloof in een persoonlijke God snel af. Angst voor de toekomst krijgt steeds mensen in een wurggreep. Stevent de planeet af op een allesvernietigende Derde Wereldoorlog?
   Roeit de mens zichzelf uit? Dreigen nauwelijks waarneembare asteroïden uit de ruimte door de dampkring heen te komen en op de aarde in te slaan met de kracht van vele kernbommen? Slaan steeds meer virussen en bacteriën genadeloos toe zodat oude en nieuwe ziekten hand over hand toenemen?
   Grote aantallen planten- en diersoorten sterven uit. Het leven in de zeeën wordt bedreigd. Wetteloosheid neemt toe. Liefde en solidariteit onder elkaar nemen af. Het is ieder voor zich. Het aantal martelaren groeit schrikbarend. De Jodenhaat grijpt opnieuw zeer sterk om zich heen. Misdaad lijkt steeds meer te lonen. Respect voor gezag neemt af. Waar loopt dit allemaal op uit? Staan we aan het begin van het einde van de wereld? Of naderen we een nieuw begin? Gaat de verdere ontwikkeling van wetenschap en techniek ons redden? Leven in de eindtijd. Maar hoe dan? Wat gaat de toekomst brengen? Geen mens weet wat de toekomst inhoudt. Alleen Hij die de toekomst vast in Zijn handen houdt, de Schepper van hemel en aarde, weet wat de toekomst zal brengen. En Hij heeft dat getoond aan de profeten van Israël.’3


   Anno 2024 heeft deze opsomming in het voorwoord van De tekenen der tijden nog niets van haar actualiteit verloren. Het tempo echter waarin deze eindtijdverschijnselen toenemen en naar een climax lijken te groeien, neemt bijna dagelijks toe. De druk in de snelkookpan neemt toe. Een geweldige uitbarsting lijkt onafwendbaar. Hoe gaan we daarmee om? Hoe gaan onze kinderen en kleinkinderen daarmee om? Zijn er begaanbare wegen te vinden? Een leven in Gods liefde, midden in een bedreigende omgeving? Mijn vrouw Marianne en ik zijn er op onze eigen manier mee bezig geweest en hebben die begaanbare weg gevonden in de tientallen jaren van ons leven die achter ons liggen. De routekaart is te vinden in het eeuwenoude Boek dat via het Joodse volk en Israël zijn weg in de wereld vond.


   De tekenen der tijden. De Here Jezus noemt ze in Mattheüs 24, Marcus 13, Lucas 17 en 21, in Zijn rede over ‘de laatste dingen’. Veel profetieën in de Bijbel spreken erover, zodat we niet naïef zullen zijn omtrent de dingen die over de wereld zullen komen. En om te beseffen dat Hij ervan weet en dat het Hem niet uit de hand loopt. Zodat we levend in de eindtijd - mogen beseffen: dwars door de pijnlijke en verbijsterende gebeurtenissen van de eindtijd heen: we zijn op weg naar Zijn eeuwige en heerlijke toekomst wanneer Hij komt om alle dingen voor eeuwig nieuw te maken.
   En daarmee is in onze dagen Israël het grote teken van hoop voor de wereld. De nieuwe onafhankelijke Joodse staat Israël - die dit jaar (2024) haar zesenzeventigjarig bestaan viert - is een wonder van God in de twintigste eeuw. Een groter wonder dan de exodus uit Egypte. Vervulling van bijbelse profetie.

   ‘Daarom zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat men niet meer zal zeggen: Zo waar de HERE leeft, die de Israëlieten uit het land Egypte heeft doen optrekken, maar veeleer: Zo waar de HERE leeft, die het nageslacht van het huis Israëls heeft doen optrekken en die het heeft doen komen uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; en zij zullen op hun eigen grond wonen’ (Jer. 23:7-8, cursief, WJJG).

   Ja, het staat er echt: een groter wonder dan de exodus uit Egypte. Wij zien iedere dag met eigen ogen bijbelse profetieën in vervulling gaan. Wij mogen het meemaken en er zelfs persoonlijk bij betrokken zijn. Wij zijn bevoorrechte mensen, u en ik. Wij zien al vele jaren een groot wonder met eigen ogen geschieden. De geschiedenis van Israël begint bij de uittocht, de exodus uit Egypte. Met de wonderlijke tien plagen over Egypte. Met de doortocht door de Schelfzee (een deel van de Rode Zee). Met de verbondssluiting bij de berg Sinaï. Indrukwekkende wonderen waarmee Israëls geschiedenis begon. Waarom keert Israël in onze dagen al tientallen jaren terug naar het beloofde land? De profeet Jesaja zei vijfentwintighonderd jaar geleden:

   ‘In de komende dagen zal Jakob wortel schieten, Israël zal bloeien en uitspruiten, zodat zij de wereld met vruchten vervullen’ (Jes. 27:6).

   En ook:

   ‘Hij zal op deze berg [de berg Sion, de Tempelberg, het hart van Jeruzalem] de sluier vernietigen, die alle natiën omsluiert, en de bedekking waarmee alle volken bedekt zijn. Hij zal voor eeuwig de dood vernietigen, en de Here HERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen en de smaad van Zijn volk [Israël en het Joodse volk] zal Hij van de gehele aarde verwijderen’ (Jes. 25:7-8).

   De Allerhoogste heeft Israël ooit geschapen, geroepen, uitverkoren, onderwezen en eeuwige verbonden met ze gesloten om door dit Joodse volk, door Israël, alle volkeren van de wereld te zegenen. Genesis 12:2-3

‘Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u [of: in u] zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.’

   En daarom keert Israël nu definitief terug naar het beloofde land. Naar hun eigen grond. Om wortel te schieten, te groeien en te bloeien en om vrucht te dragen. Vruchten - niet alleen sinaasappels uit Jaffa - op allerlei gebied. Om de volken te dienen op de weg naar wereldvrede. Naar vrede en welvaart. Naar gerechtigheid, gezondheid, economische voorspoed en een rijk en gelukkig leven. Vanuit Jeruzalem over de hele wereld. Het heil was uit de Joden. Het heil is uit de Joden. En het heil zal uit de Joden zijn (Joh. 4:22).’


   Nog een korte opmerking over de wetenschap, wetenschappers en wetenschappelijke ontwikkelingen. In dit boek mijmer ik over dingen die mij geholpen hebben om vast te houden aan een betrouwbare Bijbel en een oprecht, persoonlijk christelijk geloof, zonder daarbij mijn hand in het vuur te steken voor allerlei wetenschappelijke theorieën.4 Die zijn tijdgebonden en veranderen naarmate er meer onderzoek gedaan wordt.
   Het is dan ook zeker niet mijn bedoeling om bepaalde theorieën te vuur en te zwaard te verdedigen. Ik vertel slechts over mijn persoonlijke ervaringen met enkele van de wetenschappers achter deze theorieën en over hoe zij en hun werken mij in die fase van mijn leven geholpen hebben. In een tijd waarin door de hogere bijbelkritiek (met in de theologie de ‘bronnensplitsing’, Formgeschichte, Traditionsgeschichte e.d.) en het oppermachtige evolutiedenken de Bijbel als fundament onder het geloof weggeslagen werd, was de ontmoeting met deze originele denkers en het lezen van hun uitdagende ideeën voor mij een verademing.
   Ze bevestigden mij persoonlijk in wat de berijmde versie van het Lutherlied zegt: ‘Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken.’ Er zijn gelukkig altijd wetenschappers geweest (en ze zijn er vandaag ook nog) die bereid waren om alternatieve ideeën over bijvoorbeeld de chronologie van de Bijbel naar voren te brengen, veelal tegen de gevestigde wetenschappelijke orde in. Wetenschappelijke theorieën, hoe interessant ook, hebben voor mij echter niet het laatste woord. De Bijbel wel. Als je de Bijbel aanvaardt en vraagt om de leiding van de Heilige Geest, zal Hij je leiden in alle waarheid. Dát is het vaste fundament. De rest is interessante en spannende wetenschapsontwikkeling!


   ‘Veel profetieën in de Bijbel spreken over de toekomst, zodat we niet onwetend hoeven te zijn omtrent de dingen die over de wereld zullen komen. Maar ook om te beseffen dat Hij ervan weet en dat het Hem dus niet uit de hand loopt. Zodat we - levend in de eindtijd - mogen beseffen: dwars door de pijnlijke en verbijsterende gebeurtenissen van de eindtijd heen is er hoop: we zijn op weg naar Zijn eeuwige en heerlijke toekomst wanneer Hij komt om alle dingen voor eeuwig nieuw te maken.’
   ‘De kroniek van de eindtijd is geen vrolijk, opwekkend verhaal. Maar de Allerhoogste zal niet laten varen wat Zijn hand begon. Het Koninkrijk van God komt. Want Israël keert terug naar huis. Vanuit de gehele wereld. Omdat de Koning komt. En omdat Hij alle dingen voor eeuwig nieuw zal maken.’


   Ten slotte nog dit. Een wijs woord van de wijze koning Salomo in Prediker 12:12-13 zegt: ‘En overigens, mijn zoon [en dochter], wees gewaarschuwd; er is geen einde aan het maken van veel boeken en veel doorvorsen is afmatting voor het lichaam. Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen.’


   Ter gelegenheid van mijn tachtigste verjaardag wil ik dit boek graag opdragen aan onze kinderen en kleinkinderen:

   Jolien, Guido, Chantal, Yaèl, Mariëlse, Wilfred, Quirine, Cedric, Jan-Marc, Heilke, Willem, Diana, Gaby, Marjolein, Martijn, Bram en Wouter.

Ds. Willem J. J. Glashouwer
Amersfoort, najaar 2024


Noten:


1 Daarvoor was er al in 1950 in Rotterdam de manifestatie Ahoy’, bedoeld om het havenherstel aan de wereld te tonen. Koningin Juliana opende die manifestatie op 15 juni 1950. Ik weet alleen niet meer zeker of ons bezoek en het bijbehorende ‘erwtensoep-incident’ in 1950 of in 1955 plaatsvond, maar het was tijdens een van de twee manifestaties.

2 Alle ingesprongen tekst in het voorwoord komt uit De tekenen der tijden.

3 Op YouTube zijn ook veel lezingen van ds. W. J. J. Glashouwer te vinden over de eindtijd en Israël. Om deze te vinden, kunt u daar in de zoekbalk de termen ‘Willem Glashouwer’ en ‘eindtijd’ of ‘Israël’ invoeren, waarna deze lezingen dan onder elkaar in de lijst weergegeven worden. - Uitgever

4 Zoals de ‘tablettheorie van Genesis’ van Percy Wiseman en bepaalde theorieën van Immanuel Velikovsky (zie hoofdstuk 4).