Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.

De dood van de mensheid en een pleidooi voor het leven


door Richard Weikart


Voorwoord


   Zijn mensen eigenlijk wel waardevol? Hebben zij wel enige intrinsieke waarde? Of is de mens slechts een kosmisch ongelukje zonder enig doel en zonder een diepere betekenis? Sinds de Verlichting wordt dit debat in de westerse cultuur fel gevoerd, heeft het een sterke invloed gehad op hoe wij vandaag de dag denken over bio-ethiek en zijn de gevolgen ervan voor het debat over abortus, infanticide, euthanasie, genetische manipulatie enzovoort duidelijk merkbaar.
   De titel van dit boek, De dood van de mensheid, verwijst niet alleen naar het verdwijnen van het idee dat mensen intrinsiek waardevol zijn, maar ook naar het daaruitvolgende doden van echte mensenlevens.
   Dit boek legt in de eerste plaats uit waarom de joods-christelijke ‘onschendbaarheid van het leven’-ethiek tot een historisch dieptepunt is gedaald sinds de Verlichting. In de tweede plaats schildert het de schadelijke gevolgen die dat heeft gehad op de moderne maatschappij. In de derde plaats openbaart het de geestelijke armoede van veel seculiere alternatieven voor de christelijke visie op de mens, zoals materialisme, positivisme, utilitarisme (de nuttigheidsleer), marxisme, darwinisme, eugenetica, behavioristische psychologie, existentialisme, sociobiologie, postmodernisme en andere ‘ismen’. En ten slotte verdedigt dit boek de heiligheid en dus de onschendbaarheid van het menselijk leven op verschillende fronten: abortus, euthanasie, infanticide, zelfmoord, eugenetica en transhumanisme. En deze lijst is onvolledig.